Blaasontsteking bij kinderen

Hoe voorkom je dat je kind een blaasontsteking krijgt?

De kans op een blaasontsteking volledig uitsluiten gaat niet. Maar je kan de kans erop wel kleiner maken. Probeer er altijd voor te zorgen dat je kind genoeg drinkt. Verder is het belangrijk dat je kind leert hoe en wanneer het naar de WC moet gaan:

• Zorg ervoor dat je kind rustig op de WC zit. Neem er daarom, wanneer je kind nog erg jong is, samen goed de tijd voor. Ga er bijvoorbeeld bij zitten en vertel je kind een verhaaltje.
• Je kind moet goed op het toilet kunnen zitten, zodat de spieren onder de blaas zich kunnen ontspannen:
  • Zorg ervoor dat de broek van je kind goed naar beneden is (tot over de knieën).
  • Let erop dat je kind niet wegzakt in de bril, maar zeker ook niet boven de bril zweeft. Een toiletverkleiner kan hierbij helpen.
  • Zorg ervoor dat je kind met de voeten goed op de grond kan staan tijdens het plassen. Als de benen niet tot de grond komen, zet dan een krukje neer.
• Het is niet de bedoeling dat je kind gaat persen tijdens het plassen. De buikspieren moeten slap blijven. Als trucje kun je je kind vragen te fluiten of zachtjes te blazen tijdens het plassen.
• Probeer ervoor te zorgen dat je kind ongeveer zeven keer per dag probeert te plassen. Dit kan alleen als je je kind ook genoeg laat drinken (minimaal zeven keer per dag).
• Vertel je kind: “Als je voelt dat je moet plassen, ga dan meteen naar de wc.” Het is belangrijk dat je kind leert te luisteren naar de blaas. Als je kind de plas te lang ophoudt, wordt het moeilijker om de blaas volledig leeg te plassen. Ook op school is het belangrijk dat je kind vaak genoeg naar het toilet gaat. Bespreek dit zo nodig ook met de leerkracht.
• Het kost altijd tijd om goed te leren plassen. Blijf positief en bemoedigend richting je kind en zet door. Geef je kind bijvoorbeeld een kaart om een sticker op te plakken als het plassen goed is gelukt.

Wat als je kind toch blaasontsteking krijgt?

Neem contact op met je huisarts als je denkt dat je kind een blaasontsteking heeft. Het is belangrijk dat de urine van je kind wordt onderzocht. Lees ons algemene artikel over blaasontsteking voor informatie over urine opvangen.

Als na het urineonderzoek bij de huisarts gebleken is dat je kind inderdaad een blaasontsteking heeft, krijgt je kind antibiotica voorgeschreven. Baby’s en jonge kinderen krijgen een antibioticadrankje, oudere kinderen krijgen antibioticapillen. Antibiotica doodt de bacteriën in de blaas. Hierdoor is de kans kleiner dat er andere problemen bij komen, bijvoorbeeld een ontsteking van het nierbekken.

Je kind moet de antibioticakuur altijd afmaken, ook als de klachten al gestopt zijn. Hierdoor wordt de kans kleiner dat er bacteriën achterblijven in de blaas, die dan weer opnieuw een blaasontsteking zouden kunnen veroorzaken.

Als je kind veel pijn heeft, kan je paracetamol geven. Kijk op de verpakking hoeveel je kind hiervan mag gebruiken.

Wanneer moet ik naar de dokter?

Bel altijd dezelfde dag nog de huisarts als je denkt dat je kind blaasontsteking heeft, zodat urineonderzoek gedaan kan worden.

Bel ook altijd direct de huisarts bij één of meer van de volgende dingen:

• Je kind heeft koorts (38 graden of hoger), gemeten via de anus.
• Je kind moet steeds overgeven.
• Je kind maakt een zieke indruk.
• Je kind heeft antibiotica gekregen maar de klachten worden niet minder na 48 uur.
• Je kind krijgt ineens opnieuw koorts, nadat het eerst één of enkele dagen geen koorts meer had.

Meer informatie vind je op thuisarts.nl.