Hoe voorkom ik een wintersportblessure?
Elk jaar gaan er veel Nederlanders op wintersport. Het is goed om te weten hoe je wintersportblessures kan voorkomen.
Wat is een (wintersport)blessure?
Als je veel sport en beweegt, belast je je spieren, gewrichten, botten en pezen extra. Hoe meer je sport of beweegt, hoe sterker, steviger en soepeler ze worden. Dit gaat echter niet altijd helemaal goed: soms kan een spier iets te ver uitrekken, een gewricht kan de verkeerde kant op kantelen, een pees kan scheuren, of één of meerdere botten kunnen breken. Dit zijn allemaal vormen van blessures die je kan oplopen tijdens het wintersporten.
Hoe ontstaat een wintersportblessure?
Blessures ontstaan meestal plotseling, bijvoorbeeld als je valt of ergens tegenaan botst. Bij wintersport komen de meeste blessures voor aan de knie, schouders of het bovenarm:
- Je kan bijvoorbeeld je knie verdraaien als je tijdens het skiën valt terwijl je ski vast blijft zitten in de sneeuw.
- Als je tegen iemand anders aanbotst op de piste en valt, kan mogelijk je arm breken of je schouder kan uit de kom raken.
Soms merk je pas na een tijdje dat een blessure is ontstaan. Je krijgt dan steeds meer pijn aan een lichaamsdeel. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je botten of gewrichten tijdens het sporten regelmatig klappen moeten opvangen of als je regelmatig zware inspanning verricht, waardoor je spieren of gewrichten overbelast raken.
Wat kun je doen om blessures te voorkomen tijdens het wintersporten?
Om wintersportblessures te voorkomen, kun je de volgende adviezen opvolgen:
- Bouw het bewegen en sporten al vóórdat je op wintersport gaat geleidelijk op. Begin dus niet meteen met zware en intensieve oefeningen en ga nooit ongetraind op wintersportvakantie.
- Start voor het (winter)sporten altijd met een warming-up. Doe bijvoorbeeld een aantal rek- en strekoefeningen totdat je je warm voelt, voordat je gaat beginnen met echt (winter)sporten. Door een warming-up gaan de bloedvaten in je spieren openstaan, waardoor er meer zuurstofrijk bloed door je spieren kan stromen. Zo worden je spieren soepeler en werken ze beter samen.
- Cooling-down is net als een warming-up belangrijk. Sluit het (winter)sporten daarom ook altijd af met lichte rek- en strekoefeningen. Hierdoor heb je minder kans op spierpijn en stijfheid na afloop.
- Doe regelmatig spierversterkende oefeningen. Hierdoor ontwikkel je meer kracht en snelheid, waardoor je een betere reactiesnelheid krijgt om te reageren op onverwachte gebeurtenissen, zoals een botsing of val.
- Draag altijd de juiste bescherming en kleding; bijvoorbeeld een helm en knie-, pols- en elleboogbeschermers.
Wanneer kan ik weer sporten na een wintersportblessure?
Het is bij een blessure altijd belangrijk om de tijd te nemen om het geblesseerde lichaamsdeel volledig te laten genezen. Dat kan soms rust betekenen, maar het kan ook juist belangrijk zijn om te blijven bewegen.
- Na een verstuiking of verrekking kun je vaak vrij snel weer proberen je lichaamsdeel te bewegen. Ook als je bijvoorbeeld rustig zit of ligt, kun je af en toe proberen je pijnlijke lichaamsdeel te buigen of omhoog te trekken.
- Als de ergste pijn gezakt is, is het belangrijk om steeds meer te gaan bewegen. Bij een blessure aan je onderlichaam, kun je hierbij eventueel krukken gebruiken. Als dit lukt, kun proberen het geblesseerde lichaamsdeel steeds iets verder te strekken of te buigen.
- Wanneer je je dagelijkse activiteiten weer zonder al te veel problemen kan uitvoeren, kan je proberen het sporten en bewegen weer langzaam op te bouwen.
Je lichaam moet altijd weer wennen aan de bewegingen die je doet tijdens het sporten. Een rustige en goede opbouw is daarom belangrijk om niet wéér een blessure te krijgen. Het is dus niet verstandig om na een rustperiode meteen weer intensief te gaan bewegen. Vraag eventueel advies aan een fysiotherapeut over het opbouwen van bewegen en sporten.
Veelgestelde vragen
Wat zijn de meest voorkomende blessures bij het wintersporten?
De meest voorkomende blessures bij het wintersporten zijn blessures aan de knie, bovenarm of schouder. Meestal ontstaan deze door een botsing op de piste met een andere wintersporter. Dit soort ongelukken zijn vaak niet te voorkomen. Het is daarom altijd verstandig om goed rekening te houden met elkaar en voldoende afstand te houden van andere gebruikers op de piste.
Wanneer moet ik naar de dokter?
Neem altijd contact op met de dokter als je na het (winter)sporten denkt dat je een botbreuk of blessure hebt. De arts kan bepalen of het nodig is om een röntgenfoto, echo of scan te laten maken. Ook als je veel pijn hebt van een blessure en deze pijn niet weggaat met rust en pijnstilling, is het verstandig een arts te raadplegen.
Meer informatie vind je op thuisarts.nl.
Geschreven door Oscar – webredacteur bij Fonkelzorg
Nagekeken door Felicia – huisarts bij Fonkelzorg
We hopen dat je na het lezen van dit artikel wijzer bent geworden over wintersportblessures. Ben je op zoek naar een huisarts? Dan kun je je inschrijven bij een van onze Fonkelzorg praktijken. Registratie is snel, gemakkelijk en gratis. Je bent van harte welkom!
Lees ook onze andere artikelen!