Heb ik een paniekstoornis?
Als je vaak last hebt van paniekaanvallen, kan het zijn dat je een paniekstoornis hebt. Dit kan zo erg worden dat je bepaalde situaties zo veel mogelijk gaat vermijden.
Wat is een paniekstoornis?
Als je vaak paniekaanvallen krijgt en ook steeds bang bent om ze te krijgen, kan het zijn dat je een paniekstoornis hebt. Door de angst voor paniekaanvallen kan je bijna nergens meer aan denken. Hierdoor gaan andere dingen in je leven vaak niet meer goed. Bijvoorbeeld je relatie of werk. Hierdoor ga je bepaalde situaties vermijden. Dit wordt ook wel “pleinvrees” genoemd.
Als je hier last van hebt, vermijd je bijvoorbeeld bussen, treinen, winkels, restaurants of andere drukke plekken. Soms durf je zelfs helemaal niet meer buiten te komen.
Een paniekstoornis kan vaak meerdere jaren duren. Soms heb je veel klachten andere momenten juist weinig klachten. Dit wisselt per periode.
Hoe ontstaat een paniekstoornis?
Hoe je een paniekstoornis ontwikkelt, is niet helemaal duidelijk.
Er zijn wel een paar dingen die kunnen zorgen dat de kans op het krijgen van een paniekstoornis groter is:
- Erfelijkheid. Angststoornissen komen soms vaker voor in bepaalde families.
- Opvoeding en ervaringen. Hoe je met angst omgaat, is vaak voor een deel aangeleerd.
- Als je signalen van je lichaam snel oppikt. Bijvoorbeeld het voelen van hartkloppingen, benauwdheid en het gevoel dat je de situatie niet aan kan.
- Cafeïne. Dit kan de lichamelijke verschijnselen van angst versterken.
We weten ook dat je meer kans hebt op een paniekstoornis als je:
- Alleen woont
- Weinig inkomen hebt
- Werkeloos bent
- Een lagere opleiding hebt gehad
- Depressief bent of bent geweest
- Een verslaving hebt
- Iets traumatisch hebt meegemaakt
Het is lastig te zeggen of deze situaties de oorzaak of juist het gevolg zijn van een paniekstoornis. Het kan zijn dat je door werkloosheid eerder een paniekstoornis ontwikkelt, maar het kan net zo goed zijn dat je door je paniekstoornis moeite hebt met het vinden en behouden van een baan. Het is een soort kip-ei-situatie; wat was er eerst, de situatie of de stoornis? Het toont in ieder geval aan dat er een duidelijke samenhang is tussen deze omstandigheden en het hebben van een paniekstoornis.
Wat merk je bij een paniekstoornis?
Als je een paniekaanval krijgt bij een paniekstoornis, kan je de volgende klachten merken:
- Zweten
- Duizeligheid
- Snelle hartslag
- Snel ademhalen
- Benauwd
- Trillen
- Tintelingen in handen of voeten
- Misselijkheid
- Een droge mond
- Gevoel dat je omgeving er anders uitziet
- Gevoel dat je controle over jezelf verliest
Als je paniekaanval voorbij is, kun je nog natrillen of gaan huilen.
Pleinvrees of verslaving als gevolg van een paniekstoornis
Bij een paniekstoornis leef je niet alleen met de angst voor paniekaanvallen, maar kun je ook last hebben van bijvoorbeeld pleinvrees; je gaat dan situaties die angst oproepen liever uit de weg. Ook kan het zijn dat je naar middelen grijpt zoals drugs, alcohol of kalmeringsmiddelen om die angst wat te dempen.
Maar pas op, door steeds je angst te ontlopen, leer je niet hoe je er goed mee om moet gaan. Sterker nog, je kunt jezelf juist in een vicieuze cirkel werken waarin je angst alleen maar groter wordt. Het is een lastige spiraal om te doorbreken.
Wat kun je zelf doen bij een paniekstoornis?
Er zijn verschillende dingen die je kan doen om te leren met je angsten om te gaan, zodat je je beter kan gaan voelen.
- Bewegen. Ga dagelijks een half uur bewegen, bijvoorbeeld fietsen of wandelen.
- Eet gezond
- Gebruik geen drugs of alcohol
- Slaap genoeg
- Drink minder koffie of drankjes met cafeïne
- Probeer meer te ontspannen. Doe ademhalingsoefeningen of mediteer.
- Zoek steun bij mensen die je vertrouwt en leg aan ze uit waar je last van hebt.
- Blijf zoveel mogelijk dingen doen, in plaats van ze te vermijden. Als je dingen blijft doen die je misschien eng vindt, leer je met de spanning omgaan. Meestal wordt je angst na 60 tot 90 minuten minder.
- Schrijf je ervaring op. Houd bijvoorbeeld een dagboek bij en schrijf precies op wat er gebeurt op angstige momenten. Waar denk je aan? Waar ben je bang voor? Wat voel je? Hoe reageer je hierop? En wat doe je dan?
- Probeer geruststellende gedachten op te roepen. Denk kritisch of er wel een reden is om bang te zijn. Schrijf je gedachten op en lees ze op moeilijke momenten na. Vaak lukt het om dan beter de angstige momenten door te komen en rustig te blijven.
Hulp bij een paniekstoornis
Als je te maken krijgt met een paniek- of angststoornis, is het goed om te weten dat er verschillende plekken zijn waar je terecht kunt voor hulp. Zo kun je aankloppen bij je huisarts, de praktijkondersteuner GGZ, maar ook bij een psycholoog of psychotherapeut.
Het uiteindelijke doel van de behandeling is dat je weer zo normaal mogelijk je leven kunt oppakken. Hierbij kun je denken aan het weer op de rit krijgen van je dagelijkse routines, zoals zelfzorg en werk, maar ook aan het herontdekken van plezier in sociale activiteiten en het weer vinden van geluk.
Je staat er niet alleen voor; samen met je behandelaar kijk je naar wat voor jou de beste aanpak is om dit doel te bereiken.
Wanneer moet ik naar de dokter?
Maak een afspraak met je huisarts als:
- Je denkt dat je hulp nodig hebt in verband met je paniekstoornis.
- Je te veel alcohol of drugs gebruikt.
- Je vaak kalmeringspillen nodig hebt om rustig te worden.
- Je medicijnen slikt tegen angst en veel last van bijwerkingen hebt.
- Je denkt aan zelfmoord (dit kan ook een bijwerking zijn van medicijnen tegen angst).
- Je medicijnen tegen angst slikt en daarmee wil stoppen.
Meer informatie over paniekstoornis vind je op thuisarts.nl.
Geschreven door Oscar – webredacteur bij Fonkelzorg
Nagekeken door Felicia – huisarts bij Fonkelzorg
We hopen dat je na het lezen van dit artikel wijzer bent geworden over een paniekstoornis. Ben je op zoek naar een huisarts? Dan kun je je inschrijven bij een van onze Fonkelzorg praktijken. Registratie is snel, gemakkelijk en gratis. Je bent van harte welkom!
Lees ook onze andere artikelen!